Ondersteuning en duidelijkheid zorgen voor continuïteit

De professional

Organisatie: Gemeente Haarlem
Naam: Tijn Wierda
Functie: Beleidsmedewerker Jeugd, Onderwijs & Sport

Voor de 80 organisaties die al aangesloten zijn, is het vanzelfsprekend dat zij elkaar helpen.

Volhouden maakt het succes groter!

Onderhoud en betrokkenheid

Bij de start dacht men dat alleen in het begin 1 fte benodigd was. De gedachte was: “Het opstarten van het implementeren en werken met de Verwijsindex kost tijd en daarna loopt het wel.” Echter, op dit moment is er nog steeds minimaal 1 fte nodig. Er zijn in de regio Verwijsindex IJmond, Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer nu 80 organisaties aangesloten. Wij hebben nog een lijst klaarliggen met 80 nieuw aan te sluiten organisaties. Daarnaast moeten wij ook de aangesloten organisaties onderhouden, up-to-date houden in de applicatie én aandacht blijven geven, zodat zij actief betrokken blijven, ook al gebruiken ze de applicatie niet elke dag. Dit gebeurt niet vanzelf en dat kost tijd.

Samen staan we sterk!

Het is mooi om te zien dat tijdens het regionale netwerkoverleg van instellingscoördinatoren, de organisaties elkaar corrigeren en helpen. Vooral voor nieuwe organisaties levert dit wat op. Dat maakt het werk erg gaaf! Voor de 80 organisaties die al aangesloten zijn, is het vanzelfsprekend dat zij elkaar helpen. En dat bevordert het enthousiasme van nieuwe organisaties, wanneer zij voelen dat het op deze manier werkt.

Je kan het niet even erbij doen, dan krijg je het niet van de grond.

De juiste verwachtingen scheppen

Je kan het niet even erbij doen, dan krijg je het niet van de grond. Door de kritische drempel die je moet bereiken is er veel inspanning nodig, en als je die drempel niet bereikt dan gaat het niet lukken. Wanneer mensen zeggen “het werkt niet, ik heb geen match” moet je kunnen uitleggen waarom het nog niet werkt, dat is echt van belang. Er is een minimale hoeveelheid deelnemers nodig om te ervaren dat het werkt!

Per organisatie een passende aanpak

Wanneer gebruik je de Verwijsindex wel of juist niet?

Om vast te stellen wanneer je de Verwijsindex gebruikt, hebben wij een lijst met criteria opgesteld. Wij bekijken dit per organisatie en letten daarbij vooral op de doelgroep. In het begin kregen we wel eens de reactie ‘Ja, dan kunnen we iedereen wel in de Verwijsindex zetten’. Bij sommige organisaties met multi-probleem gezinnen is dit ook zo. Maar nu dit allemaal duidelijk is, speelt deze discussie niet meer, daar zijn we aan voorbij.

Op de hoogte bij tweede-lijnszorg

Wij vinden wel dat alle tweede-lijnsorganisaties standaard de kinderen in de Verwijsindex moeten plaatsen. Als je problemen zodanig zijn dat er tweede-lijnszorg nodig is, dan moeten betrokken hulpverleners van elkaar op de hoogte zijn en met elkaar afstemmen wat ze doen. Op zijn minst moeten de organisaties van elkaars bestaan weten.

Op zijn minst moeten de organisaties van elkaars bestaan weten.

Maak het niet zwaarder dan het is

Hoe langer je met de Verwijsindex werkt, hoe vaker je het gebruikt, hoe minder zwaar men het ‘inzet’, ook in gesprek met ouders. Juist dan werkt het! Vertel niet alleen dat je de Verwijsindex gebruikt, maar leg ook uit waarom: ‘Je wilt samenwerken én aangeven dat je betrokken bent.’ Als zaken veranderen ben je allemaal snel geïnformeerd. Bijvoorbeeld als er een nieuwe organisatie bij komt, of een organisatie er niet meer bij betrokken is.

Borging van de Verwijsindex

Het helpt enorm om alle organisatorische niveaus te betrekken, bestuurlijk-, management- én uitvoerend niveau. Bedenk hoe je elk niveau kunt betrekken, alleen als iedereen bekend is met het nut en het doel van de Verwijsindex, dan blijft het hangen. Deze niveaus zijn allemaal van elkaar afhankelijk. Dit geldt zowel voor organisaties die met de Verwijsindex werken (bestuur, management en uitvoerenden), maar ook voor gemeenten (bestuurlijk, management en uitvoerend). Elke beleidsmedewerker Jeugd die de Verwijsindex in portefeuille heeft moet de Verwijsindex ook binnen de gemeente aandacht blijven geven.

Jaarverslag Verwijsindex

Per gemeente zorg ik in het portefeuillehouders-overleg van het sociaal maatschappelijk domein voor een jaarverslag van de Verwijsindex. Wij zetten het elk jaar op de agenda. Dit is van belang om de bekendheid te vergroten en te laten weten hoe het ervoor staat. Hoe mooi is het, als Wethouders die naar een werkbezoek gaan, informeren naar het gebruik van de Verwijsindex?

Je zult een gezamenlijke visie moeten vormen, dit geldt ook voor wethouders en managers.

Visie afstemmen

Daarnaast is er een ambtelijk overleg (college beleidsmedewerkers in het sociale domein) waarin wij de visie afstemmen en besluiten welke organisaties aangesloten worden. Als regiocoördinator kijken wij naar de opvolging van afstemming van de matches. Dat regelen we centraal. Het kan ook zijn dat er bij een gemeente een beleidsmedewerker zit die wegens allerlei vooroordelen tegen de Verwijsindex is, dan gaat het niet werken. Je zult een gezamenlijke visie moeten vormen, dit geldt ook voor wethouders en managers.

Bekendheid Verwijsindex bij ouders

Ook voor ouders is de Verwijsindex in 2020 een bekend instrument. Dat merk ik nu al. Zo wordt de Verwijsindex bij een organisatie voor gehandicaptenzorg (SIG) standaard gebruikt.
Tijdens een gesprek met ouders over de Verwijsindex gaven zij aan dat er wel een match zou zijn met Veilig Thuis, ouders zijn er dus al mee bekend en ze vinden het niet vervelend, het verhaal komt makkelijker op tafel en niet op een zware manier. Er is een grote groep ouders die blij is als ze niet telkens weer hun verhaal moeten vertellen en het fijn vinden dat organisaties dit samen uitwisselen. In mijn ervaring is het slechts een kleine groep ouders die dit niet willen.

Er is een grote groep ouders die blij is als ze niet telkens weer hun verhaal moeten vertellen en het fijn vinden dat organisaties dit onderling uitwisselen.