Niemand ziet, hoort of wil mij

Het verhaal van Angélique

Angélique (49) was 25 jaar lang slachtoffer van seksueel misbruik, mishandeling en psychische vernedering door haar vader, moeder en opa. Dit is haar verhaal:

“Ik was nog maar een baby toen het begon, het misbruik en de mishandelingen thuis. Mijn vader was niet blij met me. Mijn herinneringen beginnen als ik een jaar of 3-4 ben. Het gaat geleidelijk. Overdag had ik een agressieve, altijd boze vader bij wie ik niets goed kon doen. Maar in de avond kwam hij naar mijn kamertje en noemde me zijn kleine poppedeintje, zijn blonde kleine lieve meisje. En terwijl hij mij aanraakte op een manier die ik niet wilde, was ik zo blij dat hij me eindelijk lief vond. De incest pappa vond ik op dat moment lief, de andere pappa niet. Daar heb ik me jarenlang schuldig over gevoeld.

De incest pappa vond ik op dat moment lief, de andere pappa niet. Daar heb ik me jarenlang schuldig over gevoeld.

Toen ik naar de lagere school ging veranderde dat en was ik elke dag een slecht kind, een gedrocht, een duivelskind. En het misbruik was niet meer lief, ik werd ook verkracht. Elke dag had ik wel straf, omdat ik de deur te hard dichttrok, een kopje verkeerd neerzette en om redenen die ik niet wist. Ik werd opgesloten in een kast, in een diepvrieskist gegooid, geslagen, geschopt, kreeg geen eten, werd verkracht, legio straffen kwamen voorbij.

Angst, elke seconde van de dag

Vooral herinner ik me de angst elke seconde van de dag, doodsbang om weer iets verkeerd te doen, het altijd op de toppen van je kunnen balanceren om maar lief gevonden te worden. Ik stond er alleen voor. Mijn moeder wist overal van, maar deed niets. Sterker nog toen ik tiener was misbruikte zij me ook. Familie zag hoe mijn vader me mishandelde, maar deed niets. Pas als ik allang volwassen ben vertellen ze erover. Als het te laat is. Ik ben uiteindelijk 25 als het stopt.

Mijn stem die ik 25 jaar lang moest laten zwijgen is nu mijn instrument

Vele jaren daarna vocht ik nog steeds tegen de afschuwelijke gevolgen. PTSS, dissociatieve stoornis, sociale fobie, maar ook lichamelijk. Een lang en moeilijk gevecht waarbij de steun van mijn man onontbeerlijk was. Enkele jaren geleden kreeg ik mijn PTSS-hulphond Dirk, en daarna ging het steeds beter.

Nu ben ik ervaringsdeskundige en vertel mijn verhaal in het hele land. Dat vind ik belangrijk, niet alleen zodat professionals horen wat je kan meemaken, maar vooral ook hoe het voelde, wat ik nodig had gehad als kind en ook als volwassene. Hoe jij het verschil kan maken, maar zeker ook een verhaal over hoop, weer geloven in de toekomst en geluk kunnen en mogen ervaren. Mijn stem die ik 25 jaar lang moest laten zwijgen is nu mijn instrument geworden om te spreken, om het verschil te maken.”

Jouw kwetsbare verhaal aan de hele wereld

Deze ontzettend nare ervaring heeft Angélique omgezet in een actie. Ze heeft er iets mee gedaan. Zo heeft ze in 2013 een boek geschreven: Duivelskind. Daar is het mee begonnen. In eerste instantie vond ze dat heel eng. “Je vertelt toch een heel kwetsbaar verhaal aan de hele wereld”. Om deze reden heeft ze het ook onder een pseudoniem gedaan. Haar doel was voornamelijk dat zorgprofessionals dit zouden lezen, zouden zien waar het mis is gegaan, wat ze beter kunnen doen en zich beter kunnen inleven. Maar ook voor de lotgenoten, want haar verhaal is helaas niet uniek. Het is het verhaal van velen.

Iedereen zag het, niemand deed wat

“In Nederland zijn ieder jaar 119.000 kinderen die nog steeds mee moeten maken wat ik mee heb gemaakt. Het zijn niet alleen de zorgprofessionals, maar ook de mensen daaromheen die het verschil kunnen maken die dat bij mij niet hebben gedaan. Een klein voorbeeld:

Mijn vader en ik waren in de supermarkt en ik moest een krat bier dragen. Kun je je voorstellen een meisje van 8 of 9? Dat was te zwaar. Ik kon het niet dragen, dus dat liet ik vallen. Toen sloeg hij mij. Zo hard, dat ik tegen de grond aanviel. In de supermarkt ben je nooit alleen. Daar waren bekenden, daar waren buren die hebben dat allemaal gezien, maar niets. Helemaal niets. En zo gaat het nog vaak. Het houdt niet vanzelf op en dat is gewoon waar. Als volwassenen niks doen, en signaleren moet toch door de volwassenen gebeuren, dan gebeurt, – en verandert er ook niets. Mensen zijn bang om te melden, want straks zit ik fout. Maar aan de andere kant zeg ik: straks zit je goed. En dan had jij het verschil kunnen maken.

Mensen zijn bang om te melden, want straks zit ik fout. Aan de andere kant zeg ik: maar straks zit je goed.

Even aandacht

Een kop chocomelk kan vaak meer doen dan je denkt. Gewoon even aandacht geven aan een kind of jongeren. Een kop chocomel of thee, de vraag: ‘hoe gaat het met jou?’ of alleen al een compliment.

Ik had het gevoel dat niemand mij hoorde, niemand mij zag en dat niemand mij ook wilde zien.

Thuis kreeg ik dat nooit. Ik deed alleen maar dingen verkeerd. Het had voor mij zo’n enorm verschil gemaakt als ik het idee had dat er ook maar één volwassenen was die om mij gaf. Dat gevoel had ik namelijk niet. Ik had het gevoel dat niemand mij hoorde, niemand mij zag en dat niemand mij ook wilde zien. Het had voor mij een enorm verschil gemaakt als iemand had gevraagd hoe het ging of zei dat ik er leuk uit zag. Dat ik het gevoel had gehad dat ik ertoe deed.

Iedereen, een buurvrouw, tante, leraar of een zorgprofessionals, maar ook de mensen er omheen, iedereen kan een verschil maken! Dit motiveert mij om andere duidelijk te maken: ook jij kan het. Ook jij maakt een verschil!

De jongeren van vroeger

Ouderen zijn de jongeren van vroeger. Angelique vertelt haar verhaal aan iedereen die het vraagt. Ook aan een katholieke groep ouderen.

Het was bij hun vroeger heel lastig bespreekbaar. Heel veel ouderen zijn slachtoffers geweest van een vorm van kindermishandeling en hebben daar nog nooit over gesproken.

Je kon er vroeger ook niet veel aan doen. Waar kon je heen? 

Er zijn mensen naar mij toegekomen die inderdaad aangaven dat ze, een vorm van, kindermishandeling hebben meegemaakt als ik, maar nooit iets mee hebben gedaan. Je kon er vroeger ook niet veel aan doen. Waar kon je heen? Ik heb zelf ook later pas een brief van een tante gekregen die aangaf dat ze inderdaad wel wist van mijn situatie, maar ja, je bemoeide je niet met anderen”